Deadline Bureau

Herken jij dit misschien? Voor anderen verzet je bergen. Deadlines haal je met gemak (of nou ja: het is wat gedoe, maar je haalt ze wel). Maar als je iets voor jezelf wil maken, dan blijf je maar uitstellen. Een roman, korte verhalen, een filmscript. Dat creatieve project waar je al zo lang over fantaseert. Het lukt niet goed om er consistent en gefocust aan te werken. ‘Morgen begin ik er écht aan. Of beter nog, volgende week. Want ik wil eerst nog die paar boeken lezen, even alles op een rijtje zetten. En dan ga ik’.

Je stelt het weer uit. Maakt het te complex. Gaat piekeren. Twijfelt aan jezelf. Maar ze blijft aan je jas trekken, die ene droom. Je wil het. Heel graag. En je weet diep van binnen best dat je het kunt. Maar je zou wel een zetje willen hebben. Misschien zelfs ondersteuning, praktische hulp.

Daarom starten mijn collega-schrijver Sanny Ensing en ik binnenkort een nieuw project: het Deadline Bureau. Vind je het lastig om creatief te presteren, als er geen druk achter zit? Dan kun je bij ons een deadline aanschaffen. Uiteraard prikken we die deadline samen, in goed overleg. Maar wij gaan je er wel aan houden. Door je te mailen, te bellen, achter de vodden te zitten. Zoals een opdrachtgever dat zou doen. Bij ons kun je terecht voor een SOK: een Schop Onder Je Kont. Want tussen een droom en een daad zit een deadline.

De site is in de maak, dus nog even geduld! Wil je meer weten over ons bureau? Laat dan hieronder je gegevens achter. Dan nemen we snel contact op als de deuren van ons kantoor open gaan.

Deadline Bureau Nieuwsbrief

* indicates required

Thuisschool en Thuiswerken

Ik ben dit jaar tien jaar freelancer, hoera! Thuiswerken, daar heb ik al jarenlang ervaring in. Maar tijdens deze coronacrisis, met de kinderen thuis, werkt dat echt compleet anders. Beleef hier een dagje elizee / thuisschool te Middelburg.

07:30 – Opstaan.

Grappig, mogen we eindelijk wekenlang uitslapen, dan wordt je bijna op dezelfde tijd wakker als normaal. Niemand wil als eerste douchen. Discussie. Echtgenoot is al weg, hij moet zijn bedrijf van thuiswerk-laptops en online verbindingen voorzien. En vragen beantwoorden als “waarom is mijn computer met Windows ’98 niet meer geschikt om thuis mee te werken?”.
Vandaag is een woensdag. Normaal is dat een gezellige dag met in de middag kleine ritueeltjes, gezelligheid met vriendjes. Nu lijken alle dagen op elkaar. En ze duren lang ook. Dit jaar ben ik tien jaar ZZP’er, dat jubileum was in maart. Ik heb zeven jaar ervaring met thuiswerken, ook als er zieke kinderen in huis zijn. Met een soundtrack van een mummelende Buurman en Buurman en een hysterisch knorrende Peppa Big heb ik vele, vele artikelen netjes op tijd afgekregen. Maar thuiswerken als er ook thuisschool is, dat is volslagen anders.
 
08:15 – Ontbijt.

Ik heb maisbrood gekocht in plaats van bruin brood, want dat was op toen ik gisteren laat in de middag bij de bakker binnenwandelde. Maisbrood blieven de kinderen niet want dat is geel en er zitten spikkels en dingetjes in. Ze stoppen oud bruin brood in de broodrooster en experimenteren met de knop: op vier is de toast knapperig, op vijf zwart. We zetten een raam open voor de brandlucht, het is vandaag alweer prachtig zonnig hier in Middelburg. We mijmeren over de vakanties die we hadden staan en die hoogstwaarschijnlijk niet doorgaan. “Maar dit voelt toch ook als vakantie?”, zegt mijn zoon.   
De keukentafel is ook de tafel waar ik met mijn dochter van zes aan werk. Dus die moet eerst leeg en schoon. Zoon van acht heeft een bureautje op zijn kamer en kreeg mijn oude laptop. Hij gaat zelfstandig aan de slag en vindt thuisschool erg leuk. Soms doet hij dat in bed, in zijn pyjama. Mama moet af en toe controleren of hij niet de hele tijd met vriendjes aan het videochatten is. Al is dat ook wel weer gezellig.

09:00 – Dochter heeft geen zin.

Hoe motiveer je een kind van zes? “Jij bent geen juf”, zegt ze. Dat klopt. Ooit wilde ik wel schooljuf worden, toen ik klein was. Ik weet nu beter: daar ben ik totaal ongeschikt voor. Ik zet een tablet voor haar neus en klap mijn laptop open. Deze week moet ik blogs en teksten schrijven voor een nieuwe tentoonstelling, maar nadenken is me niet gegund. Elke vijf minuten hoor ik: “hee kijk!”, “Wat moet ik nu doen?” “Mag ik gamen?”.
Ik heb een app waarbij je een boompje in een bos mag planten als je goed hebt gewerkt, zonder op je telefoon te kijken. Ook voor mij is dat heel goed, want zo de hele dag thuis moet ik oppassen dat ik niet constant met mijn telefoon in mijn handen zit. Corona-memes, meldingen van mensen die nu permanent op Facebook wonen. Aan collega’s, vrienden en vriendinnen vraag je geregeld hoe het met ze gaat. Je probeert niet te veel naar de nieuwsberichten te kijken. Ik negeer zoveel mogelijk challenges en online Pak Nu Je Kans verbeterprogramma’s en cursussen.

10:20 – Nog steeds ochtend.

We gaan samen door de taakkaart die de school elke avond op de mail zet. Dochterlief mag zelf kiezen in welke volgorde ze de dingen doet. Haar lievelingsvolgorde is dansen – tekenen – gamen – taart eten. Als we op twee-derde zijn van de daadwerkelijke klussen mogen ze een tijdje gamen, tekenen of buiten spelen. We zetten weer een boompje klaar: twintig minuten, kan zij schrijfletters oefenen, kan ik mijn mailtjes beantwoorden. Tussendoor zorg ik ook voor inlogcodes, wachtwoorden en stekkers, want met al die schermen hebben we ook allerlei parafernalia nodig. Ik moet ze achter de vodden zitten om iets te drinken, want om de een of andere reden voelen ze zelf geen dorst. Nee, je mag nog geen snoep in de ochtend. “Is het dan nog ochtend?” “Ja, dáár hangt de klok”. Klokkijken is hopelijk binnenkort een taak. Als de apparaten leeg zijn doen we een soort stoelendans om dicht bij een stopcontact te kunnen zitten. In elke kamer slingeren tubes handcrème, door het vele handen wassen zijn onze handen droog en pijnlijk. Op elk scherm staan vette vingers.

11:50 – Telefoon!

Een opdrachtgever belt. Dat is altijd het signaal voor mijn dochter om duizend dingen te gaan vertellen of rare vragen te stellen. En voor mijn zoon om keihard vanaf boven te roepen dat de laptop leeg is. Ik bied mijn excuses aan en probeer het kroost te ontvluchten. Gelukkig heeft mijn opdrachtgever ook kinderen die veranderen in psychopaten zodra de telefoon gaat. Bij hem op de achtergrond hoor ik gegrom en gegil. Dochter doet een raar dansje, ik schiet in de lach.

12:30 – Lunchtijd.

We zijn net een stel Hobbits, levend op het ritme van maaltijden. We proberen het leuk te houden met wentelteefjes (stiekem toch van maisbrood), zelf appelflapjes maken. Niet elke dag, maar om de dag. De broeken knellen. Ruzie over wie het eerst de boter mag. De korte lontjes worden niet langer. Politieagent en scheidsrechter staan ook al een tijdje op de mama-taakkaart. De oudste heeft op zijn laptop naar het nieuws zitten kijken en heeft honderd vragen over besmetting en corona.
Ze mogen even gamen terwijl ik de tafel weer vrijmaak. Er zit aardbeienjam in mijn computermuis. Godzijdank staat de spelcomputer niet in de woonkamer, ik geniet even van de stilte en het geklets van de kauwtjes die een nestje bomen in de holle boom tegenover ons huis. Straks moeten we ook echt naar buiten, de zon in. Weg van al die schermen. Maar met thuisschool ontkomen we er niet aan.

13:30 – Keuze-opdrachten.

De juffen hebben allerlei leuke keuze-opdrachten bedacht, met proefjes en muziek. Leuk om thuis te doen, als je even het antwoordblad uitprint of een YouTube filmpje opzet. Maar als we in de vroege middag eindelijk klaar zijn met de verplichte nummers gaan we lekker iets voor onszelf doen. En dat is meestal stoeien, energie afreageren. Aan het begin van de coronatijd had ik gedacht dat we samen muziek zouden gaan maken, als een soort Kelly Family. Samen lekker ouderwets bordspelletjes. Samen creatief. Ik had origamiblaadjes en tekenblokken gehamsterd in plaats van wc-papier.

13:31 – Oh ja, avondeten, straks.

Wat ik wil maken, daar mist een ingrediënt van. Ga ik naar de winkel of bedenk ik iets anders? Iets met die zakken bonen die ik om de een of andere reden heb gekocht? Mijn vader van vijfenzestig belt. Hij heeft muziek zitten downloaden en heeft nu een virus, denkt hij.
Elke keer dat mijn telefoon zoemt kan het een nieuwe ontwikkeling zijn: een nieuwe maatregel vanuit het RIVM, goed of slecht nieuws van geliefden. Manlief geeft updates vanaf zijn werk, ik denk hoe hij daar alleen zit in een doodstil kantoor. En hoe blij ik zelf zou zijn als ik in doodstil kantoor zou mogen zitten, een hele dag. Gelukkig komt hij vanaf volgende week ook thuiswerken. Ik probeer mijn eigen koers te varen maar ben de hele tijd met anderen bezig, met troosten, verzorgen, gerust stellen, uitleggen. Ik zet mijn telefoon op de vliegtuigstand.
Oh ja, RSI oefeningen, want de keukentafel is niet bijzonder ergonomisch. De afvoer van de gootsteen lekt, komen er eigenlijk nog monteurs aan huis? Ik verbaas me erover hoe smerig een huis wordt als je het permanent bewoont.

14:30 – De taken zijn af.

Zoon was allang klaar, die heeft intussen op zijn kamer schimmige online spelletjes gedaan. En mijn telefoon geleend, zodat hij kan videochatten én via Whatsapp kan kletsen, met nog meer vriendjes. Ik leg hem uit waarom hij geen multiplayer online games mag spelen. Dat die grappige jongen uit de Oekraïne die zegt ook acht jaar te zijn, misschien wel een volwassen man is met rare bedoelingen.
We gooien de papieren en schermen aan de kant. Ze rennen naar buiten, steppen door verlaten straten, spelen op het stille schoolplein met de enorme oude kastanjeboom, die nu weer blaadjes krijgt. Ik was zelf voor het laatst op school toen ik de lesmaterialen voor de kinderen moest ophalen. Het beeld van de lege gangen met al die slaphangende luizencapejes staat me nog steeds bij.

15:30 – Bezoek.

De kinders zijn weer terug. Mogen ze spelen met de buurkinderen in de binnentuin? Te laat, ze spelen al baltikkertje. Op zich wel op afstand, maar 100 % veilig is het allemaal niet. Virologen zouden afkeurend toekijken. De buurvrouw van de overkant kijkt ook afkeurend, naar de enorme stoepkrijttekeningen die we hebben gemaakt. Met schoolkrijt, stoepkrijt was nergens meer te krijgen. Schoolkrijt blijft wekenlang op de tegels zitten zodat wij en de buurvrouw en alle buurtbewoners extra lang kunnen genieten van de hartjes, poezen en Pokémons met mondkapjes. Natuurlijk is nu uitgerekend op dit moment de Pokémon-fase begonnen. Nee, ik weet niet hoe dat ene monster heet. Ik zet mijn laptop weer aan en tik mijn stukje af, in de zon.


Een leuke blog kan vele zaken verhelderen en invoelbaar maken (zoals de nieuwe uitdagingen van thuiswerken). Ook een blog? Ik schrijf er graag eentje voor je, als de taakkaart af is dan. 🙂

Zelf een blog schrijven met een beetje hulp van mij? Dat kan ook.
Een ander leuk idee, voor nu of voor straks? Neem gerust
contact op.

De Tijdreiswinkel

Over kinderlijke verwondering, namaakwinkels en waarom een goed boek een geheime deur is, aldus TED-spreker Mac Barnett.

Het blijft een merkwaardig fenomeen als je mensen interviewt: een exacte weergave van hun woorden, rechtstreeks via audio overgezet in zinnen, stuit af en toe op felle weerstand. “Zo heb ik dat niet gezegd”, krijg je dan terug. Je heb het bewijs op je voicerecorder staan, maar daar gaat het niet echt om. Die reactie “zo heb ik het niet gezegd” is meestal meer een kwestie van “zo heb ik het niet bedoeld”. Als je er dan lichte redactie op loslaat, de zinnen net wat mooier en scherper maakt, dan krijg je enorm blije reacties: “je hebt precies verwoord waar het om draait”! Ik voel me dan een beetje als een foto retoucher, die vetrolletjes en donkere kringen liefdevol wegpoetst en de mensen weer laat stralen. Maar het blijft een lastige kwestie, want het is niet ‘de werkelijkheid’. Hoe ver ga je in het net ietsje mooier maken?

“mijn beroep is dat ik lieg tegen kinderen”

In zijn TED-talk laat kinderboekenschrijver Mac Barnett een Venn-diagram zien. Een cirkel met ‘waarheid’ aan de ene kant. En een cirkel met ‘leugens’ aan de andere kant. Het gebied waar die twee overlappen, daar zit volgens hem kunst. Hij haalt Picasso aan:

“We all know that Art is not truth. Art is a lie that makes us realize truth, at least the truth that is given us to understand. The artist must know the manner whereby to convince others of the truthfulness of his lies.”

Mac Barnett is een kinderboekenschrijver en hij begint zijn speech met een geniale opener over wat hij doet: “mijn beroep is dat ik lieg tegen kinderen”. Ik kijk dit filmpje een paar keer per jaar, als degenen die boe roepen richting de kunst weer eens een megafoon hebben bemachtigd. Want het kost zoveel, en wat heeft het nou voor nut? Mac Barnett vertelt er fantastisch over: kunst zorgt voor het in stand houden van verwondering en fascinatie. Het laat je weer in contact komen met het kind in jezelf, je oernatuur, die wil spelen en ontdekken. Het verkennen van die verwondering zorgt voor verbinding, met anderen, met de wereld. En geeft je ook een vorm van macht: door zelf iets te durven maken kun je verandering in gang zetten.

Barnett staat op het podium als een jonge Jack Nicholson, met een grote grijns op zijn gezicht. En hij vertelt waarom een goed boek dezelfde werking kan hebben als een geheime deur. Die toegang geeft tot die plek tussen waarheid en leugens, waar magie kan gebeuren. Kinderen hebben nog de gave om dit soort deuren te vinden in het leven. Voor volwassenen is dat lastiger. Daarom heeft een aantal Amerikaanse schrijvers die deuren een speciale plaats gegeven via een geniaal concept: fictieve winkels. Die bedacht zijn om aan de eisen van stedelijke bestemmingsplannen te voldoen. De winkels zijn een dekmantel, want het gaat eigenlijk over geheime achterkamertjes. Waar de jeugd uit de buurt leert schrijven, filmpjes maken, componeren en editen. Deze namaakwinkels zijn echter zo leuk dat volwassenen er daadwerkelijk hun geld spenderen en zo helpen om de creatieve workshops in stand te houden. Zo is 826 Valencia in San Francisco een winkel speciaal voor piraten, een ‘Pirate Supply Store’. Bedacht door de befaamde schrijver Dave Eggers. Waar je citroenen kunt inslaan tegen scheurbuik. En ooglapjes vindt in de modekleuren van het seizoen, want alleen zwart is saai.

826 Valencia was het allereerste initiatief in een reeks van nieuwe ludieke schrijfscholen, daarom beginnen alle Amerikaanse geheime winkels of ‘chapters’ nu met 826. De winkel 826 in Boston is The Greater Boston Bigfoot Research Institute. De winkel van Barnett is 826 LA: hij houdt zijn geheime schrijflessen in The Echo Park Time Travel Mart. Die als slogan heeft: “whenever you are, we are already then”. Je kunt er flesjes met ‘famous last words’ kopen, emotiechips voor robots en deodorant voor vikingen. Het Medewerker Van de Maand bordje heeft bekende gezichten, zoals Attila de Hun (in een goede, niet-destructieve week blijkbaar) en Shakespeare.

Kijk vooral ook het TED filmpje om te zien wat een gratis waardebon voor een blauwe vinvis met een kind kan doen. Elke keer als ik deze speech kijk raak ik weer gemotiveerd om schrijfwerk lekker eigenzinnig te laten zijn. Het lijkt mij fantastisch om zo’n bureau ook in Zeeland onder te brengen. Misschien in die rare Grote Kerk van Veere, die bijna-ruïne vol met vleermuizen… Of inderdaad echt een winkel, ergens in een Zeeuwse winkelstraat. Er zijn nu 50 organisaties in de wereld die zich lieten inspireren door het 826 model van lol, verwondering en creatieve lessen. En terecht, want wat is dit leuk. En waardevol.