Raak jij ook zo ontspannen van een massage, een schoonheidsbehandeling, een bezoekje aan de kapper? Of van hele rare dingen, zoals het geluid van een knerpend grindpad, wrijven over fluweel? Kom je net zoals ik ook direct in de relaxmodus als je een mooie stem hoort? Zelfs zo erg dat je er kippenvel van krijgt in je nek en op je armen? Het zou zomaar kunnen dat je dan gevoelig bent voor ASMR. En dat is goed nieuws, want dan kun je in deze lastige onzekere tijden misschien gemakkelijk ontspanning vinden, gewoon thuis op de bank.
ASMR staat voor Autonomous Sensory Meridian Response, het is een intense gevoelsreactie op specifieke stimulansen. Het tintelende tevreden gevoel als je bij een knisperend haardvuurtje zit of als je een regenbui hoort op het dak. Gehypnotiseerd worden door het geluid van de zee, het ruisen van populieren. En deze auditieve sensaties vindt vast iedereen fijn. Maar ASMR gaat een stapje verder, het is een soort instant ontspanning, een fijn gevoel van overgave. Een ‘oorgasme’, zou je misschien wel kunnen zeggen.
Bob Ross en happy little trees
Ik ontdekte de term toen ik zat te googelen op Bob Ross, de tv-schilder met de afro en de rustige stem. Ik keek heel vaak The Joy of Painting en voelde me na een half uurtje schilderen kijken als herboren, maar ik begreep ergens wel dat dat niet door Van Dyck-brown, happy little trees en de berglandschapjes kwam. Het was die stem, het kriebelen van de kwasten en het gekras van het paletmes. Een kalme diepe stem werkt voor mij weldadig op mijn gemoed. Zo heb ik ooit volledig tevreden naar een hypotheekgesprek zitten luisteren, zonder er echt iets van mee te krijgen. Die man had een fantastisch lage, langzame stem. Na afloop van het gesprek had ik willen vragen of ik hem elke week een keertje mocht bellen en dat hij dan iets zou voorlezen, een wilekeurige gebruiksaanwijzing desnoods.
ASMR is een YouTube rage waarbij ASMR-tists met soms honderdduizenden volgers jou dat specifieke tintelende gevoel proberen te geven, in ASMR-speak zijn dat ’tingles’. De middeltjes die ze gebruiken om jou de kriebels te geven zijn ’triggers’. Die kunnen heel ver gaan en dat is het hilarische van de hele ASMR-beweging, waardoor het ook vrij belachelijk kan overkomen als jij er toevallig geen kippenvel van krijgt. Want allerhande voorwerpen worden ingezet voor het juiste geluidje of gevoel. Mensen gaan bloedserieus in de weer met haarborstels, bubbeltjesplastic, kaligrafiepennen en rubber kippen. Voor exact die juiste knisper of knerp. Er zijn ASMR-tists die duizend keer woorden zeggen met de klank ‘sst’ of ‘ssk’. Die met tientallen kleine borsteltjes over geavanceerde microfoons wrijven. En dat is extra leuk met oortelefoontjes in, want dan hoor je dat afwisselend links en rechts. Maar je hebt ook visuele triggers: je kunt kijken naar wildvreemden die in slow-motion met hun handen wapperen (‘hand-movements’), net doen alsof ze je gezicht aanraken (in uitgebreide rollenspellen als ‘de opticien’ en ‘de schoonheidsspecialist’, compleet met passende achtergrondjes) of die langzaam over zachte stofjes wrijven.
Er zit ergens wel een sensuele kant aan
Al dat fluisteren en wrijven en dan ook nog eens die benaming ‘oorgasme’, er zit ergens wel een sensuele kant aan. Sensueel en raar, vooral als je ontdekt dat je sterk reageert op ‘mouth sounds’ of ’tucking you into bed’. De ASMR-meisjes en jongens die dat doen met een perfect make-upje, laag decolleté of fijn gespierde bovenarmen hebben soms een miljoenenpubliek. En ze moeten dan ook elke dag iets uploaden, omdat anders hun volgelingen niet kunnen slapen of relaxen. Ik zei al dat het raar was. Maar dus ook een nieuwe industrie, waarbij je je favorieten persoonlijk kunt steunen op een platform als Patreon, waar ook veel creatieven als muzikanten en schrijvers een inkomen vandaan halen.
Een uitstapje richting spiritueel kan ook: ASMR gaat opvallend goed samen met meditatie, hypnose en reiki: helende kristallen, magnetiseren, het kan schijnbaar allemaal via een YouTube verbinding. Je hebt het subgenre ‘plucking’, iemand die je zorgen wegplukt, wat op mij een beetje overkomt als een uitgebreide sessie vlooien. Raakte je vroeger merkwaardig ontspannen als de luizenmoeder je haar onderzocht? Misschien dat je dan erg blij wordt van een ‘brain melting hair and scalp masage’, gewoon zo bij je thuis.
Mijn favorieten? Brushing: zachte borsteltjes over een microfoon. Koshi bells: tinkelende windgongs. Inaudible whispering: gefluister in je oor zonder dat er echt iets gezegd wordt. En het is een beetje als het opbiechten van een fetisj: de ‘cranial nerve exam’, een in Nederland volgens mij niet-bestaand doktersonderzoek waarbij je testjes krijgt voor je ogen en reukvermogen. En rustige stemmen die je iets uitleggen of voorlezen. Misschien dat ik daarom zo graag onderwijs volg, alleen al om het ontspannende effect.
Heb jij ASMR?
Zelf testen of je ASMR-gevoelig bent? Hier is een test met uitleg en hier een stortvloed van honderden merkwaardige voorwerpen die mogelijk als trigger kunnen dienen.
Dit is de Amerikaanse goeroe Gangaji, ze heeft een heerlijk diepe kalmerende stem en een simpele spirituele boodschap: stop. Stop met zoeken, stop met vechten. En onderzoek wat dat met je doet. Grappig, via ASMR kwam ik bij deze inspirerende dame terecht.
Dit is Max Strom, die gelooft dat we fijner en gezonder in het leven staan als we bewust ademhalen. Zijn stem is zo sonoor als een eeuwenoud eikenbos.
En dit is mijn eigen ASMR-playlist voor wie nieuwsgierig is. Met Schotse accenten, IJslandse sjamanen. Nog beter is gewoon weggaan van al die schermen: zoek een populierenlaantje op en ga lekker een half uurtje zitten en luisteren. En hier in Zeeland zijn we altijd in tien minuten bij het strand en de zee, waar je je ook bevindt.
Veel plezier met het vinden van je triggers. Heb je een bijzondere gevonden? Ik hoor graag van je op marloes@elizee.nl. Wil jij ook met blogs aan de slag? Bekijk dan mijn aanbod.
Wat: True Copy van BERLIN en Het Zuidelijk Toneel. Gezien: De Mythe in Goes, november 2019. Tickets en speellijst: https://hzt.nl/speelt/true-copy
Een volslagen uit de hand gelopen recensie.
“De enige die nooit erkenning krijgt is de vervalser. Tenzij hij ontmaskerd wordt”. (Geert Jan Jansen, Perhaps All The Dragons)
“Het is een heerlijk moment in het leven van een kunstminnaar als hij zichzelf plotseling geconfronteerd ziet met een tot nu toe onbekend schilderij van een grote meester, onaangeraakt, op het originele linnen en zonder enige restauratie, precies zoals het de studio van de kunstenaar heeft verlaten!” (Aldus Dr. Abraham Bredius, directeur van het Mauritshuis, Vermeer- en Rembrandtkenner, over het doek de Emmausgangers van I.V. Meer a.k.a Han van Meegeren)
“Art is the lie that enables us to realize the truth.” (Pablo Picasso)
Longread: hoe een theatervoorstelling razend slim speelt met de mores van de kunstwereld en kunstliefhebbers.
Han van Meegeren, Robert Driessen en Geert Jan Jansen: Nederland is goed vertegenwoordigd in de wereld van de kunstvervalsers. Han van Meegeren maakte nieuwe Vermeers. Zijn Emmausgangers werd voor meer dan een half miljoen gulden aangekocht door het Boymans (net ietsje eerder dan het Rijksmuseum). Van Meegeren moest zijn praktijken bekennen toen hij Hermann Göring een Vermeer wilde verkopen en werd daardoor meteen een oorlogsheld. Robert Driessen vond in de jaren ’80 afgietsels van de bronzen van Giacometti. Hij leerde zichzelf brons gieten en vervalste zo’n 1300 beelden, waarna hij als een god in Thailand leefde. En Geert Jan Jansen is de ster van de theatervoorstelling True Copy. Een theaterdocumentaire, bijna een lezing. Maar dan nét een beetje anders. Bedacht en gemaakt door het Antwerpse theaterduo BERLIN: Bart Baele en Yves Degryse. Gepresenteerd door Het Zuidelijk Toneel.
True Copy is het verhaal van een meestervervalser die vijftien (!) verschillende topkunstenaars wist te imiteren. Hij deed dat zelfs zo overtuigend dat hij Karel Appel bereid kreeg om een gloednieuw doek te signeren en dateren. Geert Jan Jansen liep uiteindelijk tegen de lamp door een spelfout op een echtheidscertificaat. Niet door een stijlfout: Jansen had kwaliteit hoog in het vaandel staan en ging heel ver om zijn meesterwerken net echt te maken. De politie confisqueerde meer dan 1600 kunstwerken bij een inval op zijn Franse chateau maar moest Jansen uiteindelijk vrijlaten. Vanwege gebrek aan bewijs. Het ambacht van het vervalsen, daar draait True Copy om. Jansen staat na een inleidend interview solo op het podium en vertelt met veel lol over zijn leven en technieken. Voor een decor van schilderijen, die beeldschermen blijken te zijn.
Rilke en Robin Hood, schoonheid en moed
De theatervoorstellingen van BERLIN zoeken een eigen plek tussen theater, documentaire en installatiekunst. Ze werken met mixed media en vertrekken vanuit waargebeurde verhalen. Vervalser Geert Jan Jansen dook al eerder op in een voorstelling van BERLIN, ‘Perhaps All The Dragons’. Die had ik graag willen zien: dertig toeschouwers konden plaatsnemen aan een ronde houten tafel. Voor iedereen was er een eigen beeldscherm met een keuze uit vijf levensverhalen. De naam van de voorstelling is een citaat van Rilke, maar dan in het Engels: “perhaps all the dragons in our lives are princesses who are only waiting to see us act, just once, with beauty and courage”.
Schoonheid en moed. Met een beetje goede wil gaat daar ook de voorstelling over: het verlangen naar schoonheid, om te maken en te bezitten. En de moed om tegen de hardnekkige hypocrisie van de kunstwereld in te gaan. Dat is althans de boodschap van de meestervervalser, als die eenmaal tegen de lamp gelopen is en alles heeft bekend, al dan niet in een biografie. Ze zien zichzelf vaak als miskende helden en het grote publiek smult ervan. Want hoe heerlijk is het om een nepwereld te bedriegen, die astronomische bedragen neertelt voor kindergekladder, een ballonpoedel of een doorgesneden haai, terwijl ongewassen bejaarden eenzaam sterven in hun bed? Kunstvervalsers nemen na hun ontmaskering de persona aan van Robin Hood, zo zegt ook curator/initiator Piet Menu van het Zuidelijk Toneel, in een introotje bij de voorstelling. Stelen van de rijken en geven aan de armen – of nou ja, de iets minder rijk bedeelden. “Een Picasso voor iedereen”, zegt Geert Jan Jansen. Democratisering van de kunst. Monets en Rembrandts en Picasso’s waar je maar wil, zelfs een passend werkje voor op het toilet. Want hoe meer kunst, hoe mooier de wereld.
De Kunsthal roof
De meestervervalser is een schelm, een nar, de mythologische trickster. Daarom is het begin van de voorstelling ook zo goed gekozen: BERLIN interviewt Geert Jan Jansen op het podium naar aanleiding van een bizarre stunt die ze samen hebben uitgehaald. Met een vervalsing van het doek Tête d’Arlequin van Picasso. Dit was één van de zeven doeken die in 2012 uit de Kunsthal werden geroofd (hier een reconstructie). De Roemeense dieven werden gearresteerd en de moeder van één van de daders bleek een aantal werken in de kachel te hebben verbrand. Maar welke doeken? Freud, De Haan, Matisse, één van de Monets, de Gaugain of de Picasso?
Ineens was er een anonieme brief, bezorgd aan de Roemeense journaliste Mira Feticu. De Picasso zou begraven zijn in een bos. Samen met de Nederlandse schrijver Frank Westerman (Ararat, El Negro en ik) ging zij op onderzoek uit. Het tweetal vond daadwerkelijk de tekening van de Harlekijn in de vochtige Roemeense bosgrond. The Guardian, Le Figaro en de New York Times brachten meteen het nieuws. De twee schrijvers droomden waarschijnlijk al van een bestseller. Maar het bleek dus een vervalsing. En een grap.
Ook Michelangelo begon als vervalser
True Copy begint met het opbiechten van deze fantastische hoax. De snelheid van de ontdekking had BERLIN verbaasd, de impact van hun actie nog meer. Er volgde snel een persbericht: de actie was niet opgezet als publiciteitsstunt maar als wezenlijk onderdeel van de theatervoorstelling. En dat kun je best verdedigen, want de figuur en de filosofie van de Harlekijn staan centraal. En de gretigheid van de kunstwereld en van de media, om direct te happen in een onweerstaanbaar verhaal.
Als vervalsers erkenning willen krijgen voor hun werk dan moeten ze eerst gepakt worden. Van Geert Jan Jansen gaat het verhaal dat er nog tientallen doeken van hem in grote musea hangen. Vervalsen lijkt vaak een soort lucratieve wraak op de kunstwereld, na een fase van verbittering en miskenning. Al is het in dat opzicht leuk om te weten dat ook iemand als Michelangelo zijn carrière is begonnen als bedrieger: hij vervalste antieke beelden, die op dat moment veel meer in de mode waren dan nieuwerwetse sculpturen. Hier een mooi artikel over Michelangelo van The Old Masters Academy van kunstenaar Natalie Richy, een online cursus om zelf oude kunst te leren maken.
Kalkoenen, Rasputin en een criminele Bob Ross
Kunstfraudeurs lijken graag ontmaskerd te willen worden, ze stoppen namelijk vaak bizarre aanwijzingen in hun werk. De Duitse schilder Lothar Malskat vervalste naast Toulouse Lautrec en Chagall ook middeleeuwse fresco’s, die hij tijdens restauratiewerkzaamheden had ‘ontdekt’. Zo kwamen er prachtige muurschilderingen tevoorschijn in de Mariabasiliek van Lübeck. Na een periode van applaus ontmaskerde Malskat zichzelf en wees zijn ‘easter eggs’ aan in de fresco’s: een rijtje kalkoenen, een vogel die pas in de 16e eeuw van Amerika naar Europa kwam. En de gezichten van Rasputin, Marlene Dietrich en zijn zus. De Britse meestervervalser Tom Keating begon elk nieuw doek met het neerzetten van vier grote dikke letters: FAKE. Een röntgenscan had dat direct aan het licht gebracht. Maar de schilderijen werden helemaal niet gescand, of zelfs maar goed gecontroleerd bij de kunsthandel: zijn zelfportretten van onder andere Degas verkochten als verse warme broodjes. Tom Keating kreeg na zijn strafzaak een eigen kunstshow op de BBC, als een soort criminele variant van Bob Ross.
“It seemed disgraceful to me how many of them died in poverty”, schrijft Keating in zijn boek over de kunstenaars die hij vervalste. En eigenlijk is het shockerend als je nagaat wie er allemaal straatarm gestorven zijn. Niet alleen Van Gogh, ook Vermeer, El Greco, Rembrandt, Schiele, Toulouse-Lautrec en Cezanne om er zo maar een paar te noemen. Zelfs Mozart verdween in een anoniem massagraf. Nu zijn de werken gevierd, de doeken onbetaalbaar. Kunstenaars die hun ziel en zaligheid in hun werk leggen en daarna misbruikt worden door een waanzinnige kunstwereld. Of nog erger – genegeerd. Het is een motief dat veel vervalsers aanhalen voor hun daden. Het systeem is corrupt, dus waarom zou ik niet profiteren? Kwaliteit en echtheid zijn lastig te bewijzen, de herkomst van veel oude werken is vaag. Meestal vanwege schaamte: de verarmde Europese aristocratie verkocht haar gekoesterde doekjes vaak anoniem aan nieuwe rijken elders in de wereld. “Van een graaf of gravin”, meer staat er dan niet in de herkomstpapieren.
Stalen toegangsdeuren
Als kind vervalsten we bijna allemaal wel schatkaarten. Blakerden we randjes van papier of drenkten we de kaart in thee om het écht mooi oud te maken. We bonden portemonnees aan een touwtje en wachtten op een voorbijganger. De trickster of de harlekijn zit diep in vrijwel iedereen. En dat is ook het heerlijke aan de kunstwereld, vind ik: de mentale spelletjes, de verwondering ook: ‘komen ze dáármee weg?’. Want je ziet alleen het werk dat af is, niet alle uren werk die er in zitten. “Als de mensen wisten hoeveel werkuren mijn beelden hebben gekost, dan zouden ze het geen wonderen meer vinden”, zou een uitspraak van Michelangelo zijn.
Dat iemand zijn leven wijdt aan papierkunst, aan tienduizendmiljoen stippen olieverf, aan jarenlang de straten afstruinen voor dat ene shot. Dat besef maakt nietig. De kunstwereld is aan de ene kant een fantastische en onbegrensde speeltuin voor inventiviteit en fascinatie, een laatste bastion van vrijheid en verbeeldingskracht. Maar het is tegelijkertijd een machtig krachtenveld met een zeer sterke hiërarchie, stalen toegangsdeuren en verborgen gedragscodes. Een mening over een werk hebben is eigenlijk al lastig. En zelf iets maken dat mag toetreden tot de Hal der Groter – je kunt beter gokken op een blikseminslag.
Of gokken op de mens. En meebuigen met de menselijke aard. Die gretig is, egoïstisch en narcistisch, in meer of mindere mate. Willen we niet allemaal diegene zijn bij Tussen Kunst en Kitsch, die op een rommelmarkt een topstuk heeft ontdekt? Op deze manier bracht Geert Jan Jansen namelijk zijn werken naar galeries en kunstkenners: “ik vond iets op de zolder van mijn overgrootmoeder, die ooit in Frankrijk woonde. Wilt u even kijken of het misschien wat is?” Die gespeelde naïviteit is als een trigger voor misbruik. De auto is altijd van een oud omaatje geweest.
Vervalsers spelen in op wensen. De Emmausgangers was een wens, namelijk bewijs voor een religieuze fase van Vermeer. En het meeslepende Adagio in G Mineur van Albinoni was een wens: het opduiken van verloren gewaande kunst uit de brokstukken van de gebombardeerde stad Dresden. Een van de meest geliefde klassieke stukken ooit is een vervalsing. Maar is het daarom een minder goed muziekwerk?
“Iedereen profiteert!”
We willen graag bedrogen worden. Liever een kleurrijk, avontuurlijk en dramatisch verhaal dan de grijze realiteit van tienduizend uur oefenen, mislukkingen, criminaliteit en het vervuilen van historische bronnen. Want dat zijn de gevolgen van vervalsen. Geert Jan Jansen brengt het nuchter: als er toch al tien hooibergen van Monet zijn, wat kan een elfde dan voor kwaad? Of een twaalfde? De vervalser steelt niet, hij voegt toe. En iedereen profiteert, wordt in de voorstelling met een charmante redenatie duidelijk gemaakt. Geert Jan Jansen is destijds vrijgelaten vanwege gebrek aan bewijs. Niemand kwam zich melden met het vermoeden dat hij wellicht een vals werk gekocht had.
De ziel van de trickster waart constant rond in True Copy. Waardoor de gewoonste elementen heerlijk absurd worden. Het beeld van een houten kist met aarde, met een bordje erbij: “Don’t Touch, Picasso”! Het zou op zichzelf al een goed conceptueel kunstwerk zijn, als er bijvoorbeeld ook een onleesbare uitleg bij zou zitten die refereert aan Bourdieu en Lacan. Bij het vervalsen komen zo veel bizarre en ingenieuze handelingen kijken dat het warempel een ambacht lijkt. Het mogen aanhoren van alle vervalsersgeheimen is slechts een van de vele pleziertjes van True Copy.
Rotkinderen en rotkunstenaars
Hoe we omgaan met kunst en kunstenaars. De hijgerige veilingen, de waanzin van het creëren en de opschepperij. Het is bijna net zo surrealistisch als die ene sketch van Monty Python, waarin ‘moeders’ Cleese en Chapman hun kroost meenemen naar een museum en vervolgens klagen dat die rotkinderen de kunst opeten. Rotkunstenaars doen dat trouwens ook, zie de recente casus van de banaan aan de muur. Door de schelmachtige anekdotes van Geert Jan Jansen leer je stiekem massa’s mooie weetjes over kunstenaars als Matisse en Appel. “Bad artists copy, great artists steal”, zei Picasso, zelf ook een harlekijn en een ekster als het aankwam op het stelen. Maar die enigmatische Picasso zei ook: “art is the lie that enables us to realize the truth.” En: “Learn the rules like a pro, so you can break them like an artist.”
Spelenderwijs legt BERLIN de vinger op diverse pijnpunten binnen de kunsthandel. En stelt tussen neus en lippen ook filosofische vragen: wat is de waarde van de waarheid? Wanneer is iets waarachtig? True Copy laat op videoschermen zien hoe mooi en raak een enkele penseelstreek kan zijn. Hoeveel details er kunnen zitten in eeuwen craquelé. En verder is alles wat je over de voorstelling wil zeggen eigenlijk veel te veel, zegt de veelschrijver. Want getuige zijn van de biecht op het toneel is veel mooier. True Copy reist al sinds 2018 langs theaters in heel Europa en dat is geheel terecht. Ga ‘m snel ‘in het echt’ zien als je kan.
Zugabe! Een extra anekdote die wellicht aardig in True Copy had gepast. Het verhaal van de excentrieke Japanse zakenman Ryoei Saito en zijn kolossale kunstaankopen.
Saito was directeur van een papierfabriek. De wereld leerde zijn naam kennen toen hij in drie dagen tijd twee schilderijtjes kocht: een doek van Renoir, Bal du Moulin de la Galette. En de eerste versie van Het Portret van Dr. Gachet van Vincent van Gogh. Want daar bestaan twee versies van. Of nou ja, misschien nog maar één…
Saito kocht de Renoir voor 78 miljoen en de Van Gogh voor 82 miljoen. Het Portret van Dr. Gachet was daarmee jarenlang de duurste kunstaankoop ooit. De wereld sprak na de veiling schande van de absurde bedragen. Dikdoenerij, van een lompe, ongemanierde zakenman die alles voor elkaar kreeg door met stapels bankbiljetten te zwaaien. De twee schilderijen werden na aankomst in Japan direct in een pakhuis opgeslagen. En Saito grapte in het openbaar dat als hij gecremeerd zou worden, hij dan de twee doeken bij zich in zijn kist wilde hebben. De schilderijen als erfenis doorgeven zou alleen maar familieproblemen geven.
Links is van Van Gogh, rechts is van… tja.
Saito stierf na een reeks van schandalen en arrestaties rondom seks en steekpenningen. Drie jaar later nam Musee D’Orsay contact op met de familie. Het Franse museum bezit Gachet Nummer Twee en wilde een tentoonstelling maken over de dokter, die homeopaat was en bevriend met vele schilders. Zoals Pissarro, Cézanne en Courbet. Gachet was de dokter en vriend van Van Gogh, tijdens de laatste tumultueuze maanden van zijn leven. Waarin hij zijn oor afsneed maar ook tientallen wervelwinden van kleur schilderde. Interessant feitje: dokter Paul Gachet schilderde zelf ook graag. En volgens hardnekkige geruchten zou hij de maker zijn van Portret Nummer Twee. Maar waar was nummer één?
Kwijt, jarenlang. Zou het doek dan toch gecremeerd zijn? Een meesterwerk van 82 miljoen, tot as en stof gereduceerd in een oven van 800 graden? Het is een prachtig en bizar verhaal. Maar Gachet bleek toch doorverkocht. Aan investeringsbankier Wolfgang Flöttl. Die Saito wilde overtreffen door in één jaar 79 topschilderijen te kopen. Cézanne, Picasso, Degas, Renoir. En Dr. Gachet van Van Gogh. Sotheby’s New York leende hem welwillend het geld om deze investering mogelijk te maken. En niet lang daarna moest Flöttel Gachet weer verkopen om Sotheby’s terug te betalen. Waar het werk nu is? Niemand weet het echt.
Kiezen is moeilijk. Iets bestellen in een restaurant vind ik persoonlijk al niet te doen. Laat staan de juiste richting kiezen als je op een belangrijk kruispunt in je leven staat. Een beslissing nemen en vrede hebben met die keuze, niet de hele tijd piekeren over ‘wat als’. Bewust ja zeggen tegen één ding en daarmee duidelijk een nee klaar hebben voor al het andere: dit kan je een een hoop kopzorgen besparen. En teleurstellingen.
Ik heb te vaak te diep nagedacht over alle mogelijkheden rondom een kwestie. Was teveel gefocust op het overzien van alle haken en ogen. En bleef de beslissing maar uitstellen tot ik ‘meer’ informatie had vergaard. En soms glipte de kans dan stilletjes voorbij. En dat is heel erg zonde.
Daarom was ik als een kind zo blij met een filmpje van filosoof Alain de Botton: how to make a decision. Je laat vijf verschillende stemmen een eigen oordeel vellen. En omdat vijf een oneven getal is komt er altijd een ja of een nee uit. Mijn man vindt deze methode een hoop gedoe (en ook ietwat krankzinnig): hij overziet de mogelijkheden en maakt dan gewoon de beste keuze voor dat moment. Maar hij is dus ook zo iemand die direct uit bed komt als de wekker gaat.
Voor alle snoozers en dromers die mijn piekerproblematiek herkennen: zet een kwartiertje opzij en roep je vijf hulptroepen aan. Iedere partij mag een ja of een nee geven. Ik schrijf die vijf beslissingen soms zelfs even uit, omdat je al schrijvende soms diepere beweegredenen in jezelf kunt aantreffen. Dit zijn de vijf gidsen bij het maken van een beslissing.
1 is je instinct. Je buikgevoel. Het is je eerste reactie bij een ontmoeting, de weerstand om een specifiek mailtje te openen of de telefoon aan te nemen. Je lijf zegt het eigenlijk direct. Dit is ook de les van het razend interessante boek Blink, de power of thinking without thinking van Malcolm Gladwell. Je onderbewustzijn snel laten beslissen is meestal net zo waardevol als een lang proces van alle aanwezige informatie bestuderen. In dat eerste gevoel zitten alle beslismomenten uit het verleden plus je intuïtie over dat nieuwe besluit. Handig samengevat in een lijfelijk gevoel. Maar hoe weet je dan dat dat geen gedachte of emotie is? Bij mij is het een kort, vastberaden en kalm gevoel. Echt in mijn buik. Als een gladde steen in het water, als dat niet te poëtisch is: de steen ligt er, het is een voldongen feit. Je weet het. Eraan toe durven geven is dan een tweede. Maar gelukkig zet je meer stemmen in:
2 zijn je vijanden. En als je die niet hebt, verzin er maar een paar. Laat je paranoia lekker vieren. Daar zijn ze, op hun wekelijkse haat-meeting, samenzwerend in een hoekje rondom een pot kamillethee (want blegh). Zij willen het aller, allerslechtste voor je. Zij zijn hier om je leven te verpesten. Wat zouden zij je adviseren? En draai dan het advies simpelweg om. Zeggen ze ja? Doe dan nee. Sun Tzu stijl: verras de vijand door lijnrecht het tegenovergestelde te doen.
3 is de Dood. Moet dat zo morbide, Marloes? Ja. Want in je laatste levensmomenten weet je heel duidelijk wat er echt toe doet. Het is de ultieme helicopterview (hemelshoog, met een beetje geluk). Wat moeten je dierbaren zeggen op je begrafenis, waar wil je dat je leven om heeft gedraaid? En draagt de beslissing die je nu moet maken bij aan je ultieme levensplan? De dood maakt heel veel duidelijk.
4 is je nuchtere zelf. De rationalist, degene die kan nadenken zonder gepieker en stuiterende emoties. Degene die de voors en tegens op een rijtje zet en het nuchtere adagium heeft ‘bij twijfel niet inhalen”. Alain de Botton noemt deze stem Caution. Het is je behoedzame zelf die geen domme dingen doet.
5 is de tegenhanger van Meneer Ratio: je heldhaftige zelf. De waaghals, de moedige, die met die superheldencape. De rebel met het gouden hart. De allerbeste versie van jezelf. Die dwars door de angst heen dendert. Wat zou deze superheld doen? Behalve oude mensjes helpen oversteken en tussendoor even de wereld redden?
En maak je dankzij dit veelzijdige side-kick team nu de perfecte beslissing? Nee. Want je helpers beschikken helaas niet over een glazen bol. Maar je hebt wel een afweging gemaakt vanuit verschillende invalshoeken. En gaat nu over in actie. En dat is het belangrijkste: vage verlangens transformeren tot daden. Geef jezelf een schouderklopje! En hup, weer door. Met leven.
Het filmpje van The School of Life van Alain de Botton staat hier. Leuk stukkie? Abonneer je op mijn nieuwsbrief of geef me een opdracht, dan schrijf ik een blog speciaal voor jou!
Over kinderlijke verwondering, namaakwinkels en waarom een goed boek een geheime deur is, aldus TED-spreker Mac Barnett.
Het blijft een merkwaardig fenomeen als je mensen interviewt: een exacte weergave van hun woorden, rechtstreeks via audio overgezet in zinnen, stuit af en toe op felle weerstand. “Zo heb ik dat niet gezegd”, krijg je dan terug. Je heb het bewijs op je voicerecorder staan, maar daar gaat het niet echt om. Die reactie “zo heb ik het niet gezegd” is meestal meer een kwestie van “zo heb ik het niet bedoeld”. Als je er dan lichte redactie op loslaat, de zinnen net wat mooier en scherper maakt, dan krijg je enorm blije reacties: “je hebt precies verwoord waar het om draait”! Ik voel me dan een beetje als een foto retoucher, die vetrolletjes en donkere kringen liefdevol wegpoetst en de mensen weer laat stralen. Maar het blijft een lastige kwestie, want het is niet ‘de werkelijkheid’. Hoe ver ga je in het net ietsje mooier maken?
“mijn beroep is dat ik lieg tegen kinderen”
In zijn TED-talk laat kinderboekenschrijver Mac Barnett een Venn-diagram zien. Een cirkel met ‘waarheid’ aan de ene kant. En een cirkel met ‘leugens’ aan de andere kant. Het gebied waar die twee overlappen, daar zit volgens hem kunst. Hij haalt Picasso aan:
“We all know that Art is not truth. Art is a lie that makes us realize truth, at least the truth that is given us to understand. The artist must know the manner whereby to convince others of the truthfulness of his lies.”
Mac Barnett is een kinderboekenschrijver en hij begint zijn speech met een geniale opener over wat hij doet: “mijn beroep is dat ik lieg tegen kinderen”. Ik kijk dit filmpje een paar keer per jaar, als degenen die boe roepen richting de kunst weer eens een megafoon hebben bemachtigd. Want het kost zoveel, en wat heeft het nou voor nut? Mac Barnett vertelt er fantastisch over: kunst zorgt voor het in stand houden van verwondering en fascinatie. Het laat je weer in contact komen met het kind in jezelf, je oernatuur, die wil spelen en ontdekken. Het verkennen van die verwondering zorgt voor verbinding, met anderen, met de wereld. En geeft je ook een vorm van macht: door zelf iets te durven maken kun je verandering in gang zetten.
Barnett staat op het podium als een jonge Jack Nicholson, met een grote grijns op zijn gezicht. En hij vertelt waarom een goed boek dezelfde werking kan hebben als een geheime deur. Die toegang geeft tot die plek tussen waarheid en leugens, waar magie kan gebeuren. Kinderen hebben nog de gave om dit soort deuren te vinden in het leven. Voor volwassenen is dat lastiger. Daarom heeft een aantal Amerikaanse schrijvers die deuren een speciale plaats gegeven via een geniaal concept: fictieve winkels. Die bedacht zijn om aan de eisen van stedelijke bestemmingsplannen te voldoen. De winkels zijn een dekmantel, want het gaat eigenlijk over geheime achterkamertjes. Waar de jeugd uit de buurt leert schrijven, filmpjes maken, componeren en editen. Deze namaakwinkels zijn echter zo leuk dat volwassenen er daadwerkelijk hun geld spenderen en zo helpen om de creatieve workshops in stand te houden. Zo is 826 Valencia in San Francisco een winkel speciaal voor piraten, een ‘Pirate Supply Store’. Bedacht door de befaamde schrijver Dave Eggers. Waar je citroenen kunt inslaan tegen scheurbuik. En ooglapjes vindt in de modekleuren van het seizoen, want alleen zwart is saai.
826 Valencia was het allereerste initiatief in een reeks van nieuwe ludieke schrijfscholen, daarom beginnen alle Amerikaanse geheime winkels of ‘chapters’ nu met 826. De winkel 826 in Boston is The Greater Boston Bigfoot Research Institute. De winkel van Barnett is 826 LA: hij houdt zijn geheime schrijflessen in The Echo Park Time Travel Mart. Die als slogan heeft: “whenever you are, we are already then”. Je kunt er flesjes met ‘famous last words’ kopen, emotiechips voor robots en deodorant voor vikingen. Het Medewerker Van de Maand bordje heeft bekende gezichten, zoals Attila de Hun (in een goede, niet-destructieve week blijkbaar) en Shakespeare.
Kijk vooral ook het TED filmpje om te zien wat een gratis waardebon voor een blauwe vinvis met een kind kan doen. Elke keer als ik deze speech kijk raak ik weer gemotiveerd om schrijfwerk lekker eigenzinnig te laten zijn. Het lijkt mij fantastisch om zo’n bureau ook in Zeeland onder te brengen. Misschien in die rare Grote Kerk van Veere, die bijna-ruïne vol met vleermuizen… Of inderdaad echt een winkel, ergens in een Zeeuwse winkelstraat. Er zijn nu 50 organisaties in de wereld die zich lieten inspireren door het 826 model van lol, verwondering en creatieve lessen. En terecht, want wat is dit leuk. En waardevol.
In mei 2015 kwam er een droom uit. Een fantasie die vast vele lekkerbekken met mij koesteren: ik mocht aan de slag als culinair recensent, voor dagblad PZC. Betaald uit eten gaan, en daar dan een lekker leesbaar stukje over schrijven. Dat deed ik 2 jaar en 9 maanden. Een culinaire roadtrip door heel Zeeland, samen met journalist Frank Balkenende.
Errepels en juun en Belgen
Zeeland is de provincie van mossels en oesters. Van lamsvlees en zeekraal, aardappels en uien (errepels en juun). De provincie met de meeste Michelinsterren, als je kijkt naar het aantal inwoners. In de kleinste plekjes kun je soms wel drie toprestaurants vinden. En dat komt vooral door de Belgen, want oh wat komen onze zuiderburen graag bij ons eten. Zij hebben Nederlanders ook de kunst van goed dineren geleerd: goede wijn erbij, meerdere gangen kiezen voor zowel lunch als diner. Lekker je tijd nemen en genieten.
Met een boekje op de wc
Recenseren ging anoniem, onaangekondigd. Dat was best spannend. De allereerste keer zat ik om de haverklap met een notitieboekje op het toilet, om in het geheim alle indrukken te kunnen noteren. Dat was bij Nolet’s Vistro in Yerseke, ik mocht dus meteen beginnen met oesters en kreeft. Er zouden nog 70 restaurantbezoeken volgen, waarbij ik wel mijn smartphone inzette als slimmer documentatiegereedschap dan schrijven op de wc. Een telefoon naast je bord om foto’s te nemen was immers niet meer verdacht: heel veel mensen nemen een kiekje van hun maaltijd om die daarna op social media te gooien.
Mijn eetfoto’s waren nooit bedoeld om mooi te zijn op Instagram. Ze waren een hulpmiddel bij het schrijven, een bewijsje van wat er nou precies op het bord lag. Want smaakherinneringen vervliegen soms heel snel. Fotograaf Marcel Kentin zag al mijn mapjes met eetfoto’s en sprak zes magische woorden: “Daar moet je wat mee doen”.
Badhuis Middelburg
Daarom zijn nu al die bordjes met eten tentoongesteld, op een smakelijke website. Het resultaat van drie jaar lang recenseren in alle hoeken en gaten van het mooie Zeeland. Dit project kwam tot stand dankzij de enthousiaste hulp van mijn collega’s in Badhuis Middelburg. Een verzamelkantoor vol creatieve ondernemers, in de Zusterstraat in Middelburg. Codetikker Thomas Filius bouwde de slimme en snelle website. Vormgever Martien Luteijn bedacht het logo en verzorgde de vormgeving. Het font van de website heet trouwens ‘insaniburger with cheese’, dat vonden we allemaal erg grappig.
Raadspelletje
Op de website kun je zoeken op ingrediënt (in enkelvoud: wortel, komkommer, pleuriskruid), op basis van een gang of op een plaats. Dwaal lekker rond, via de foto’s of al klikkend op de zoektermen. We hebben er ook een klein raadspelletje van gemaakt om welk restaurant het nou precies gaat. Sterrentent of strandtent: het gaat niet om de naam maar puur om de bordjes met eten. Mocht je nou persé willen weten waar iets was dan mag je me altijd een mailtje sturen, dan zeg ik of je goed gegokt hebt of niet.
Liefdesverklaring EtenvandeZeeuw is bedoeld om serieus trek van te krijgen en is een liefdesverklaring aan Zeeuwse restaurants en lokale ingrediënten. Want wát een mooie producten hebben we hier, en wat een inventieve chefs. Ik heb bijna drie jaar lang met veel plezier gedineerd en geschreven, en ook in 2018 ga ik gelukkig nog hele leuke klussen doen als culinair schrijver. Vanuit het Badhuis dus, in Middelburg.
Ook een eigenzinnige oplossing nodig? Tekst, misschien in combinatie met een website, vormgeving, foto’s? Neem dan vooral contact op.
Tussen Kunst en Cash: de balans tussen liefdewerk en ondernemerschap.
Geld en kunst zijn heel innig met elkaar. Maar die relatie moet wel een verborgen affaire zijn, of een bizar spelletje in het donker. En als er dan toch een keer verdiend wordt krijg je een soort ironische performance, met grote grijnzen en veel klatergoud. Want geld en dingen doen voor geld is vies en gênant. Het is een hardnekkig overblijfsel uit het romantische gedachtegoed. Blockbusters en bestsellers zijn aardig maar wel verdacht: de ware kunstenaar geeft niet om succesvol verkopen, want hij/zij creëert omdat dat moet. Liefst eenzaam en arm en verdrietig in een koud atelier of op een klein zolderkamertje. Als een soort alchemist creëert de kunstenaar daar échte kunst, geperst uit authentiek lijden.
Het heilige creëren
Ik werk als tekstschrijver voor de kunst en cultuursector. Bij het plegen van PR moet ik dan altijd een serie kunstgrepen uitvoeren: elke schijn van willen verkopen is ordinair, prijzen noemen is eigenlijk jezelf in de voet schieten. Maar als kunstenaar of creatief wil je toch je brood verdienen met wat je het allerliefste doet. En krijg je dus ook te maken met zaken als onderhandelen, netwerken en contracten. Praktische dingen die qua gevoel haaks lijken te staan op het heilige creëren. Het creatieve proces is ondanks al het recente onderzoek nog steeds een groot raadsel, net zoals de juiste regels voor de dans met geïnteresseerden, kopers en opdrachtgevers. Het commerciële aspect wordt ook maar mondjesmaat bijgebracht tijdens opleidingen.
De droevige honoraria Je kunt het allemaal heel ingewikkeld maken. Of lekker simpel, zoals de Rotterdamse creatievencoach Maaike van Steenis het stelt: “de effectiefste strategie voor ondernemers is tegelijkertijd ook de simpelste. Kijk welke dingen je veel opleveren en doe daar meer van. En stop met de dingen die weinig of niets opleveren”.
Maaike is al meer dan tien jaar lang zelfstandige in de culturele sector. Lang ging ze te werk op een manier die voor velen herkenbaar zal zijn: als manusje van alles. Met gedichtenworkshops voor kinderen en volwassenen, muziek maken, theater spelen. Ze werkte ook als fondsenwerver en zakelijk leider en had daarbij vaker wel dan niet te maken met de droevige honoraria, die beschikbaar waren voor creatieve makers. Zelf verdiende ze voor haar gevoel ook te weinig en daardoor ging ze zich verdiepen in marketing en cultureel ondernemerschap. Nu leert ze creatieven om zakelijker te denken, maar nog steeds hun hart te volgen. En die dubbele boodschap komt ook sterk naar voren in haar boek: Tussen Kunst En Cash.
Successen en pijnlijke fouten
Ik heb een paar jaar geleden de workshop ‘succesvol ondernemen als creatief’ bij haar gevolgd en ik heb nu haar eerste boek gekregen, om te bespreken. Tussen Kunst En Cash is het equivalent van een fijne netwerkdag met openhartige, gelijkgestemde creatieven. Schilders en musici, vormgevers, schrijvers en acteurs. Collega’s, die in interviews met Maaike eerlijk durven te vertellen over hun successen maar ook over soms pijnlijke fouten. En dat is moedig, want ze laten je echt meekijken in de ontwikkeling van hun onderneming. Maaike interviewde een bont gezelschap van slimme creatieven, die samen laten zien hoe rijk ons culturele en creatieve landschap eigenlijk is. En dat geeft inspiratie. En troost, als je zelf ook aan het ploeteren bent. Elf verrassende doeners, die lekker no-nonsense vertellen welke stappen ze hebben gezet in kun kunstpraktijk. En die fijne buitenissige dingen doen: schilder Wouter Berns heeft zijn kunstwerken op verhuiswagens afgebeeld, want die rijden door heel het land. Maarten Bakker is regisseur én directeur van twee theaters tegelijk. Andere mensen zien dan beren op de weg, hij zag juist efficiëntie en kostenbesparing.
The fraud police
Maar één op de vijf kunstenaars kan leven van zijn/haar werk, blijkt uit een onderzoek uit 2016 van Pim van Klink (de bijzondere economie van het kunstenaarschap). Iedereen heeft er ook een mening over: “je moet het niet doen voor het geld”, is er zo eentje. Of deze, van vele ouders en familieleden: “moet je niet iets veiligs kiezen lieverd, waar je wat aan hebt?”. En dan hebben we het nog niet eens over je eigen zelftwijfel, vaak net als je lekker bezig bent. “Dit is zo ontzettend leuk, mag ik hier wel geld voor vragen?”. Het ‘imposters syndrome’, dat je het gevoel hebt dat er elk moment iemand kan aanbellen van ‘the fraud police’, zoals zangeres en entrepreneur Amanda Palmer dat gevoel noemt. Stop er maar mee, leuk geprobeerd, maar je hebt het toch niet in je. En die gekte is eigenlijk niet zo gek: je creert, maakt vanuit het niets íets. Als kunstenaar ben je bezig met iets nieuws te maken, wat er hiervoor nog niet was.
Blijven delen wat je doet Het boek van Maaike gaat niet echt in op de worstelingen van het creatieve proces, maar stelt wel gerust met praktische tips. Ze herinneren aan de bekende quote van Woody Allen: “eighty percent of success is showing up”. Opdagen, op de juiste plek zijn, doen wat je moet doen. En hele basale dingen die toch enorm belangrijk zijn, zoals alle elf ondernemers beamen: wees vriendelijk, kom afspraken na (maak afspraken!), klaar de klus en ga weer door. En vertel doorlopend wat je aan het doen bent. Veel van de geïnterviewde zijn overladen met prijzen en hebben geweldige prestaties neergezet. Maar ze zeggen het allemaal: blijf vernieuwen, blijf jezelf promoten, blijf delen wat je doet. Het komt niet vanzelf, succes. Het is een continu proces.
Je grote waarom De meestal intuïtieve beslissingen in de carrières van de creatieven koppelt Maaike aan een aantal marketingtheorieën en technieken. Basiskennis die iedereen zou moeten hebben. Zoals de marketingmix, nadenken over je doelgroep. Ook het ‘start with why’ van Simon Sinek komt voorbij: de man met het zeer aangename stemgeluid die je in diverse online speeches uitdaagt om heel goed na te denken over je grote waarom. Waarom kom je ’s ochtends je bed uit? Wat wil je geven aan de wereld?
Niet kiezen is een keuze Dit leuke, handzame boekje stimuleert je om op allerlei verschillende manieren na te denken over je eigen bezigheden. Lekker Rotterdams: no-nonsense, geen overbodigheden of lastige taal. Leuk vond ik de omwerking van de 3 P’s naar het Geinmodel. Een nieuwe klus zou idealiter moeten voldoen aan minstens twee van de drie voorwaarden: Poen, Prestige of Plezier. Maaike heeft prestige nog onderverdeeld en vertelt ook waarom. En fijn en herkenbaar om te lezen vond ik deze, over zelftwijfel: niet kiezen is ook een keuze. Het is een anekdote van beeldend kunstenaar Rogier Ruys, die lang twijfelde of hij wel of niet naar het conservatorium wilde gaan. Zijn leraar zei hem toen: “als je het echt had gewild, dan had je het al lang geweten”. Intuïtie, gut feeling, je instinct volgen: ze komen in elk verhaal terug. En die zijn allemaal ook sterk verbonden met je noodzaak, die onvermijdbare behoefte voelen om iets te doen.
De juiste woorden
Heel belangrijk is het goed verwoorden van al die intuïtieve beslissingen, en de voor buitenstaanders vaak ongrijpbare noodzaak. De juiste woorden kunnen net het verschil maken: of de wereld je zien als uniek en kundig, en daardoor ook bereid is om een goede prijs te betalen. Zo laat uitvinder Yuri Landman zien hoe hij ‘aan de voorkant’ bepaalde statements gebruikt, terwijl ‘de achterkant’, zijn werkpraktijk, nog gewoon hetzelfde is. Je moet de buitenwereld wel overtuigen van het belang van je werk, en door de juiste framing kun je een dienst of product soms meerdere keren verkopen. Als dat schaalbaar kan is het helemaal mooi, want dan spreek je meerdere doelgroepen met verschillende budgetten aan. Zo stak Landman enorm veel uren in het bouwen van unieke instrumenten. Maar hij verdiende pas echt door het verkopen van die kennis, via verrassende workshops.
Waan van de dag
Het boek bevat inspiratie en tips voor beginners en gevorderden. Laat gewoon aan het begin al zien wat je het liefste wil doen, ook al heb je die specifieke opdracht nu nog niet. Pro’s worden uitgedaagd om af en toe bewust stil te staan en kritisch te kijken naar hun praktijk. Werkt het? Maar ook: reageer je niet constant naar de waan van de dag, geniet je er nog van, stuur je zelf? En dat is ook leuk aan het boek, om van zoveel vakidioten te lezen hoe ze het maken en bedenken net zo essentieel vinden als werken aan een goede gezondheid.
Geen magische formule
Ik zal het alvast verklappen: er is geen magische formule, geen quick & easy manier om dik te cashen met je kunst. Maar wel elf inspirerende verhalen inclusief een beginnetje aan theorie, die verder wordt uitgewerkt in zes praktische opdrachten die je na afloop in je mailbox kunt krijgen. Een slimme manier van contact maken die Maaike zelf dus ook kundig toepast en gepassioneerd promoot: zoek verbinding met mensen die je interesses delen. Leer van anderen en stel de juiste vragen. Het is een methode die ook grote motivatiegoeroes als Tony Robbins aanhangen: je hoeft het wiel niet helemaal zelf uit te vinden. Kijk in je omgeving naar mensen die geslaagd zijn in wat jij het allerliefst zou willen, en vraag gewoon eens hoe ze dat hebben gedaan. Toon interesse, deel wat je doet, stel slimme vragen en durf je eigen plan aan te passen als het niet werkt. Maaike helpt je om zakelijk te zijn op een vriendelijke, persoonlijke manier. Zodat je jezelf serieus neemt als ondernemer en daardoor ook de juiste stappen zet. Met als belangrijkste les: praat wel over geld, zelfs al helemaal aan het begin van een opdracht of relatie. Voordat het ineens toch een taboe wordt.