Ik sta stil aan het graf van een onbekende met een briefje in mijn hand. Het was even zoeken: hier op Lijssenthoek zijn duizenden witte grafstenen, elk met een eigen perkje. Pas als je tussen de rijen doorloopt besef je een klein beetje hoe veel, hoe jong. Ineens is daar James Gaspe, de naam op mijn briefje. Een Canadese brandweerman en soldaat. Hij werd 102 jaar geleden hier vlakbij in zijn dijbeen geschoten, in het derde jaar van de Eerste Wereldoorlog. James werd overgebracht naar veldhospitaal Lijssenthoek, maar overleed al snel na zijn binnenkomst. Hij was dertig jaar.
Elfduizend graven
Lijssenthoek, een gehucht vlakbij het onbezette Poperinge, veranderde tussen 1915 en 1920 in het grootste evacuatiehospitaal van de Ieperboog. Met op het ‘hoogtepunt’ vierduizend hospitaalbedden, in tenten en barakken. Lijssenthoek lag dichtbij het front, maar buiten het bereik van de Duitse artillerie. Nu is het een militair kerkhof met bijna elfduizend graven, plus een onbemand bezoekerscentrum. Na Tyne Cot Cemetery is dit de grootste Britse begraafplaats in de Westhoek. Behalve Britten zijn er meer dan dertig andere nationaliteiten. Op de bloedrode grafiek in het museumpje zie je de doden die volgen op de frontbewegingen. Die droevige statistieken worden ook verbeeld in de 1.392 roestige palen met inkervingen, net buiten het bezoekerscentrum. Strak in het gelid leiden ze naar de ingang van de begraafplaats. Elke paal is een werkdag in het veldhospitaal: 21 september 1917, honderdzeven doden, honderdzeven inkervingen.
Kolossale verschrikking
De elfduizend doden van Lijssenthoek vormen nog geen drie procent van het totale aantal zieken en gewonden dat via deze plek is geëvacueerd. In een constant af- en aanrijden van treinen vol soldaten. De Eerste Wereldoorlog was een kolossale verschrikking, maar daardoor ook katalysator voor belangrijke medische doorbraken. Zoals de uitvinding van triage: het systematisch beoordelen van slachtoffers, verlenen van eerste zorg en vervolgens doorsturen voor verdere behandeling. Naar de hospitaalbedden van Lijssenthoek of richting elders, richting herstel of de dood. Alle aankomsten, vertrekken en medische handelingen netjes gedocumenteerd.
Ken je één van hen?
Het bezoekerscentrum (of interpretatiecentrum zoals Lijssenthoek zichzelf noemt) weerspiegelt die systematische medische aanpak. Het gebouwtje lijkt op twee glazen barakken die verzonken liggen in het gras. De deur schuift vanzelf open, er zijn beeldschermen en een kleine tentoonstellingsruimte. Geen onthaal, geen medewerkers, alleen de bezoekers en de gezichten uit het verleden. In een soort frisdrankautomaat zitten boeken, een autoroute, dvd’s. Het centrum heeft veel weg van een moderne apotheek: wit en rood, kruizen, steriel.
Direct trekt de wand met foto’s: kleine vierkante portretjes, op de muur geplakt. Gezichten van de gesneuvelden. Familieleden wordt gevraagd om beeldmateriaal – foto’s of ingescande documenten zoals paspoorten, een trouwboekje. Op een sympathieke en slimme manier worden bezoekers betrokken en aangespoord om materiaal te delen: ‘ken je één van hen?’ Die oproep staat op folders en websites, maar ook op brievenbussen die op strategische plekken in de directe omgeving hangen. Zoals bij het stadhuis van Poperinge, waar op een binnenplaats nog de executiepaal voor deserteurs te vinden is.
Plek van bezinning
Ons bezoek aan Lijssenthoek voltrekt zich in stilte: we zijn de enige bezoekers, onze voetstappen echoën. Het centrum lijkt op het eerste gezicht vrij leeg, het ontbreken van een onthaal maakt je extra alleen met de materie. Maar als je de monitors en de knoppen bedient lees en hoor je tientallen aangrijpende verhalen. Over de enige vrouw die op Lijssenthoek ligt (verpleegster Nellie Spindler), en het bijzondere verhaal van twee broers van verschillende nationaliteiten. Over de vijfendertig Chinezen die bijna allemaal overleden in 1919, aan de Spaanse griep. Lijssenthoek heeft een audiomuur met dertig gefluisterde verhalen, een kleine presentatie en enkele archeologische objecten. Een klein en sober centrum. Niet bombastisch zoals het vernieuwde In Flanders Fields, met dramatische orgelmuziek en een levensgroot steigerend paard. Als je informatie zoekt kun je die zeker vinden, maar de heersende sfeer is meer die van een plek van bezinning.
Banale incidenten
Via een smartphone-app kun je dieper ingaan op enkele verhalen, zoals de zoektocht van een jonge cineast en wetenswaardigheden van een tuinman. De gratis app biedt foto’s en filmpjes en is onderdeel van de reeks ‘Dagboek 14-18’, die vijf Vlaamse oorlogssites met elkaar verbindt. Wat mij opvalt is de toon: natuurlijk zijn er de grote slagen maar er is vooral oog voor het kleine menselijke verhaal, het toeval, de banale incidenten. Over het leven in de loopgraven, maar ook een kijk in de logistieke chaos van een veldhospitaal, de blijdschap bij een bezoek aan toevluchtsoord Talbot House. Het dagelijkse leven dat ook tussen 1914 en 1918 doorging, hoe surreëel ook.
First Nations soldaat in de modder
Elke dag staat één dode centraal op Lijssenthoek: een naam op een beeldscherm in de portrettengalerij. Onder het scherm een printknop, waarmee je een soort kassabonnetje krijgt. Met biografische gegevens, een foto als die er is, plus een plattegrond van het kerkhof met coördinaten. Dankzij het bonnetje bezoeken wij James Gaspe, brandweerman uit het Canadese plaatsje Oka in Quebec. Hij is Irokees, zoon van een Chief.
James neemt dienst in november 1914 en arriveert in september 1915 aan het westelijk front, als lid van de 2nd Canadian Division, 20th Batallion. Na negen maanden oorlog wordt hij in zijn rechterdijbeen getroffen na een bombardement op the Bluff, in Ieper-Zillebeke. Hij wordt naar Lijssenthoek gebracht met wonden in zijn zij en aan zijn hand en sterft dezelfde dag.
We staan aan zijn mooi onderhouden graf. Voor elke soldaat een perkje bloemen of planten. James was dertig, een First Nations afstammeling in de Vlaamse modder. Het is aangrijpend en mooi dat je op Lijssenthoek een specifiek iemand kunt bezoeken, ook al ken je hem niet. Dankzij alle beschikbare documenten kom je toch dichtbij: een korte levensschets, een dienstbrief met handtekening, zijn doodsverklaring. Alles gedigitaliseerd, verbonden en ontsloten voor het publiek. Lijssenthoek schittert door het zorgvuldig omgaan met historische informatie. Het geduldig uitzoeken, inscannen en verbinden van documenten die samen een mensenleven maken. Net zo aangrijpend en respectvol als de prachtig verzorgde bloemenperkjes bij elk graf.