Noodkreet: wees deze kerst geen parfumhooligan

Stel je voor: een wijnproeverij in een mooi restaurant. Voor ons zit een tot in de puntjes gestylede deelneemster, die enthousiast aan het snuiven en slurpen is. Ze walst met haar glas. En ze walmt. Met haar complete wezen. Naar deciliters Chanel no. 5.

Ze ruikt aan haar glas, raakt enthousiast.
“Ooooh ik ruik bloesem. Bloemetjes!”
En even later:
“Hee, dit glas ruikt ook weer naar bloesem.”

En dan wil ik het liefst op haar schouder tikken en de boodschap keihard in haar gezicht schreeuwen:

HET IS JE PARFUM MENS!! JE PARFUUUUUUM!!
JIJ RUIKT BLOEMEN MAAR WIJ RUIKEN HE-LE-MAAL NIKS MEER!!

Maar ik doet het nooit, dat schreeuwen. Terwijl mij wel een complete ervaring wordt afgenomen. Namelijk het fatsoenlijk proeven van mijn wijntje en mijn maaltijd. En dat is knap vervelend, omdat ik restaurantcriticus ben.

Dus daarom nu mijn noodkreet in deze donkere dagen voor kerst, maar zie het gewoon als een beleefdheidsregel voor elk restaurantbezoek. Oh en voor in de trein. Het theater. Maar vooral in het restaurant.

Breathe

Lieve, lieve mensen.
Kersttijd komt eraan. Fijn samen op restaurant, zoals de Vlamingen zo leuk zeggen. Natuurlijk wil je er dan op en top uitzien. Je wilt stralen en helemaal passen bij dat prachtige etablissement dat je hebt uitgekozen. Maar denk even na voor je naar de parfumfles, bodyspray of eau de toilette grijpt. Je gaat lekker dineren toch? Genieten van smaken, geuren en texturen? Waarom besproei je jezelf dan met een goedje dat alle subtiliteit van je bord en uit je glas blaast? En het eetplezier verpest van iedereen in een straal van vijf meter om je heen? Dat wil zeggen, iedereen behalve die andere parfumfans, die het toch allemaal niet meer ruiken.

Collectie parfumflesjes

Uit eten gaan is plezier, anticipatie, ontdekking. Je kiest een aantal gerechten, bent benieuwd hoe ze gaan smaken, en hoera, daar komt het kunstig opgemaakte bord. De chef heeft gezwoegd op combinaties en bereiding, de sommelier koos er een mooie wijn bij. En dan komt er een groepje aan de tafel naast je zitten. Een roedel middelbare dames, een fris en fruitig vriendinnenclubje. Die allemaal lekker gul een geurtje opgespoten hebben. Ik zie ze aankomen, ruik ze aankomen. En binnen enkele seconden is het gebeurd: mijn neus gaat op slot. Mijn smaakpapillen schrompelen ineen en weigeren volledig dienst. De maaltijd waar ik me zo op verheugd had kan ik net zo goed weer terug naar de keuken sturen. Want ik mis alle aroma’s, alle subtiliteiten. Omdat jij bang bent dat je stinkt.

Parfum bestaat tegenwoordig alleen nog maar uit chemicaliën. Niets natuurlijks meer, niks rozenblaadjes en sandelhout. Het is een fles vol irriterende chemicaliën. Er zou zo’n symbooltje op moeten staan met een doodskop, een door zoutzuur weggevreten hand én een vijver met dode vissen. En minstens 20% van de mensheid is erg gevoelig voor synthetische geuren. Mensen met allergieën, astma. Mensen zoals ik. Velen van ons krijgen als bonus ook nog knallende koppijn.

Proeven doe je met je neus. Smaak is een complexe dans van zintuigen. Je smaakpapillen detecteren basissmaken maar het is je neus die weet of je limoen of sinaasappel proeft. Als je reukvermogen wegvalt, hapert de signaleringsroute richting je brein en verandert je smaakbeleving.

Toen roken in restaurants verboden werd was ik dolblij. Want een peuk opsteken in een restaurant is het equivalent van een bolus draaien (niet zo’n Zeeuwse) boven andermans bord. Sorry voor de ordinaire beeldspraak, maar het is waar. Rooklucht is stinklucht is neus dicht is dag eetplezier. En parfum doet exact hetzelfde als de stinkstok. In Canada zijn er serieuze plannen om geurtjes te verbannen in ziekenhuizen. Want waarom zou je expres een ziekmaker meenemen naar een gebouw vol zieke mensen? Ik droom van een luchtsluis in het gangetje van restaurants, naast de garderobe. Een parfumverklikker, een de-odorizer. Een soort mini-wasstraat voor de riekenden. Of anders aparte zitgedeeltes voor parfumdragers. Met grote industriële afzuigkappen.

Walvis

Wees gewoon geen egoïst. Wij mensen ruiken niet van nature naar viooltjes, walviskots (=ambergris) of het kliervocht van een rat of hert (= muskus). En denk je echt dat je stinkt? Dat gewoon wassen en wat deo niet genoeg is? Spuit dan een wolkje parfum in het luchtledige en loop er snel doorheen. Dat is echt genoeg. Parfum moet een subtiele fluistering zijn. Niet een hooligan met een gashoorn die iedereen in de ruimte terroriseert.

Dankuwel.